- Er blijft veel interesse in kleine bedrijfsgebouwen, ook onder beleggers.
- De sterke groei van microbedrijven, dus ondernemingen met minder dan tien werknemers, jaagt de vraag naar kleine bedrijfsgebouwen aan.
- Gemeenten zitten echter lang niet altijd te wachten op kleine bedrijfsgebouwen, want die concurreren qua ruimte met woningbouw en grotere bedrijven.
- Lees ook: Haperende stroomvoorziening remt groei mkb op bedrijventerreinen: bij ruim de helft geen ruimte voor extra elektriciteit
In de stabiliserende commerciële vastgoedmarkt doen kleine bedrijfsgebouwen het opvallend goed in vergelijking met grotere kantoren. De reden dat er zoveel vraag is naar kleine bedrijfsgebouwen is de grote toename van microbedrijven met minder dan tien medewerkers, blijkt uit onderzoek van ABN AMRO.
De leegstand bij kleine bedrijfsgebouwen bleef in 2023, ondanks de onzekere economische omstandigheden en de gestegen rente, relatief laag met een percentage van bijna 2 procent. Dit terwijl de leegstand bij logistieke gebouwen op 2,8 procent uitkwam en bij kantoren op 5,3 procent.
Steeds meer mini-bedrijfsgebouwen
Kleine bedrijfsgebouwen staan in de regel op bedrijventerreinen en hebben een oppervlakte tussen 100 en 500 vierkante meter. Maar er duiken ook steeds meer opties onder de 100 vierkante meter op. Het aantal van dit soort mini-bedrijfsgebouwen is tussen 2018 en 2023 met 67 procent toegenomen.
Een van de redenen hiervoor is de toename van het aantal microbedrijven, dus bedrijven met minder dan tien werknemers. In de afgelopen tien jaar nam het aantal bedrijven met één werknemer explosief met 81 procent toe. Ook het aantal kleine bedrijven tot tien werknemers groeide hard, met 11 procent.
Sinds de coronapandemie zijn er, mede door overheidssteun, bijzonder weinig bedrijven failliet gegaan, wat de bedrijfshuisvestingsvraag hoog heeft gehouden. Bovendien zijn tijdens de pandemie juist de maakindustrie en de logistiek goed door blijven draaien, terwijl ook webwinkels in aantal zijn gegroeid. Dit zijn typisch gebruikers van kleine bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen.
Daarnaast zijn kleine bedrijfsgebouwen geschikt als uitvalsbasis voor bedrijven uit verschillende sectoren en zijn ze relatief goedkoop, wat verder bijdraagt aan de populariteit.
Door de hogere rente zijn dure vastgoedobjecten minder interessant geworden voor investeerders, terwijl de kleinere bedrijfseenheden vaak makkelijk zonder veel geleend geld gefinancierd kunnen worden.
De flexibele invulling van en de hoge vraag naar de bedrijfsgebouwen maakt het een relatief veilige belegging. Beleggers tonen dan ook steeds meer interesse in kleine bedrijfsgebouwen, merkt ABN AMRO.
Gemeenten niet altijd enthousiast over kleine bedrijfspanden
De opmars van kleine bedrijfsgebouwen vindt wel plaats in een omgeving met toenemende concurrentie rond de bestemming van grond.
Zo moeten binnenstedelijke bedrijventerreinen regelmatig wijken of indikken voor woningen, signaleert ABN AMRO. Zero-emissieplannen van gemeenten versterken die ontwikkeling, waardoor steeds meer bedrijven uit de binnenstad moeten verhuizen naar bedrijventerreinen aan randgebieden. De concurrentie neemt daar dus toe.
Er zijn ook gemeenten die optreden tegen het groeiende aantal kleine bedrijfsgebouwen. Dat doen gemeenten volgens ABN AMRO vooral omdat ze de ruimte voor grote bedrijven willen beschermen, aangezien die doorgaans voor meer werkgelegenheid zorgen dan kleine bedrijven.
Sommige gemeenten schrijven nieuwe bedrijfsgebouwen tegenwoordig een minimale oppervlakte van 200 of 300 vierkante meter voor. Er komen ook vaker eisen aan de minimale bouwhoogte, om de ruimte op bedrijventerreinen beter te benutten.